Hoe kan het zo lopen
( uit het clubblad van 2020-2 )
De meeste (oudere )clubleden van de “ Hondsrug “ herinneren zich nog wel dat eind jaren negentig/begin 2000 Harry Brul in het bestuur zat. Harry zelf was vooral gecharmeerd van het Engelse automerk Daimler. Hij had in de loop van de tijd dan ook diverse Daimler modellen verzameld. Maar de meesten moesten wel gerestaureerd worden. Dit vond Harry echter leuk om te doen en dat deed hij samen met een bevriend medeclublid in Havelte. Ook kocht hij een Daimler DB -18 Sport Special uit 1950, maar deze lag nog wel in delen en helemaal uit elkaar en was ook zeker nog niet compleet.



Om alles bij elkaar te krijgen gingen die twee herhaaldelijk naar Beaulieu ( een grote Engelse onderdelenbeurs ) om daar diverse ontbrekende delen te vinden. Inmiddels was Harry begonnen met de restauratie. Maar op 19 mei 2005 kwam Harry plotseling op 66 jarige leeftijd te overlijden. Zijn vrouw Hennie is nog enkele jaren lid van de club gebleven en was dus ook soms nog aanwezig bij de clubevenementen.
Enkele jaren later besloot Hennie om de verzameling Daimlers toch maar van de hand te doen . Zodoende kwam de DB—18 ook weer in de picture. Vanaf dat moment kwam ondergetekende Herman van der Wal ( van Toos ) in het vizier, die vanaf de dag van het 25 jarig bestaan ook lid is van de club. Wij ( Herman en Toos ) zijn nl. lid geworden op de feestavond ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan op 18 januari 2003.
Wij wilden die avond op bezoek komen bij Jan en Lena Ambergen in Erm. Jan en Toos zijn een tweeling en dat trekt. Alleen gaf Jan aan dat dat eigenlijk niet mogelijk was, want zij wilden de feestavond van de Hondsrug toch niet missen. Uiteraard was mijn vraag kunnen we niet mee als introducee Volgens Jan was dit niet mogelijk Mijn vraag was toen, dus alleen voor leden. Maak ons dan maar gelijk lid ( we hadden wel oldtimers ) dan kunnen we toch komen en gaan dan ook gelijk wel mee naar de feestavond.

Vanaf dat moment is dus het contact met de vele andere clubleden en dus ook de Daimler eigenaren tot stand gekomen. En dan over toeval gesproken, dat Ina Slagter, Jan’s vrouw dan ook nog de zus is van Jan en Toos en verder ook nog broer Ben en nog wat neven van hen lid van de club werden kreeg deze groep de naam in de club toebedeeld ( Marinus Kielman was hier voor verantwoordelijk ) van de Ambergen clan. Maar dit dus even terzijde.


Maar ook ik was al jaren bezitter en gecharmeerd van het Engelse merk Daimler. Toen ik te horen kreeg dat Hennie Brul de Daimlers wilde verkopen heb ik kontakt met haar gezocht en na enig overleg dus de DB-18 of wat er nog van over was in stukken en delen van haar gekocht en overgenomen. Vanaf dat moment heb ik de restauratie van de DB-18 weer opgepakt en ben dus verder gegaan met waar Harry gebleven was. Ik kwam er al heel gauw achter dat de DB-18 verre van compleet was en heb dus ook regelmatig de weg naar Eelde en Engeland ( Beaulieu )moeten vinden voor de vele onderdelen die misten.

Ook heb ik gedurende de restauratie zelf met de hand veel onderdelen moeten maken of laten maken. Er is veel van RVS gemaak. Toen ik dacht dat de auto weer zo goed als compleet was ben ik aan de carrosserie begonnen. Dit was echter heel veel werk, zeker omdat er bijna niets paste. Dit kwam doordat de reeds bij gezochte delen niet van deze auto zijn geweest. Om de wagen weer echt mooi te krijgen heb ik het professionele werk van plaatwerken, strak maken inclusief spuitwerk van alle losse delen uitbesteed aan een restauratiebedrijf in Tilburg. Dit zowel binnen als buitenwerk weer nieuw maken heeft 11 maanden geduurd, maar het resultaat mag er dan ook zijn, na 7 maal gespoten te zijn geweest met de materialen uit die jaren. Toen kwam de mooiste maar wel de moeilijkste klus n.l. het proberen in elkaar zetten en bijmaken van alle losse onderdelen tot één geheel.

De hele restauratie heeft vanaf het ophalen bij Hennie Brul, tot dat hij als nieuw weer voor het eerst naar buiten kwam, 7 jaar geduurd maar alles is op zijn gemak gedaan. Daarna moest hij nog naar de RDW omdat er Engelse papieren bij zaten. Maar gelukkig klopten alle nummers van carrosserie, motor en kenteken, dus dit gaf voor het nieuwe Nederlandse kenteken geen problemen. Het eindresultaat mag er zijn. Dus vanaf dat moment is de wagen weer in volle glorie bij de club met Herman en Toos dus als trotse bezitters.